Meld je aan voor de maandelijkse overpijnzingen



7 ervaringstips om minder te ‘lijden’ bij het schrijven van een managementboek

Het grootste nadeel van het schrijven van een managementboek over pijn is dat je nooit mag klagen! Als ik een keer wil delen waarover ik ben gestruikeld of hoe ik mijn neus heb gestoten, is steevast de reactie: “Maar jij houdt toch zo van pijn?” Nou nee, niet dus! Ja, ik heb een passie voor pijn en ik weet er veel van. Maar daarmee ben ik nog geen fan. Vallen en opstaan is voor mij net zo pijnlijk als voor ieder ander.

Oké, ik blijf er minder lang in hangen. Ben minder aan het lijden. Ik zet de informatie uit de pijn eerder om in positieve impact. Maar dat neemt niet weg dat ook ik wel eens lekker van me af wil mopperen. Eventjes dan. Daarna wil ik door met het leren van en door de pijn. Dit zijn zeven lessen die ik heb geleerd tijdens het schrijven van mijn boek over pijnmanagement. Ik deel ze graag als tips met je om onnodig lijden te voorkomen.

Tip 1: Weet op wiens stoel je zit als je schrijft

In mijn eerste versie – je raadt het al: er zouden er nog velen volgen – was ik aan het zoeken naar wat ik wilde vertellen. Ik zat volledig op mijn eigen stoel en vanuit die plek was ik informatie aan het zenden. Zeg maar gerust, bakken vol informatie aan het uitkieperen over de lezer. Hoe deze stortvloed zou aankomen bij de ander, vloog slechts sporadisch door mijn hoofd. Dit downloaden van alle informatie uit jezelf, zeg maar dit ‘braakboek’, dat noem je dus een braindump. Heel nuttig die braindump om bij elkaar te zetten wat je allemaal kent en weet en wilt vertellen. Maar ga er niet vanuit dat het iets te maken heeft met het boek dat je aan het schrijven bent. De braindump, vanuit jouw stoel, die maak je voor jezelf. Het schrijven van het boek doe je vanaf de stoel van de lezer.

Tip 2: Neem de lezer stapsgewijs mee in je verhaal

Als ik voor een groep sta, dan ga ik wel eens te snel. Geduld is niet mijn beste eigenschap. Het mooie van zo’n groep is dat je gelijk gecorrigeerd wordt. Of iemand stelt een vraag. Of de groep gaat helemaal niet aan de slag, want het is volledig onduidelijk wat de bedoeling is. Wanneer ik in mijn eentje schrijf achter mijn laptop, dan krijg ik die feedback niet. Mijn gedachten vliegen van mijn ideeën, via mijn kennis naar alle leuke voorbeelden. Het resultaat is losse flodders die onsamenhangend achter elkaar lijken geplakt. Geen lijn, geen samenhang, geen logica. Kortom, een stuk dat voor een ander niet te volgen is.

Vertragen en schrijven in stapjes (stepping-stones) is dan het advies. Maar dat is nog helemaal niet zo makkelijk. Als ik alleen zit, zijn mijn stapjes nog steeds een soort zevenmijlslaarzen. Wat me helpt, is schrijven met een specifiek persoon in gedachten. Een persoon die niets weet van de inhoud, maar wel geïnteresseerd zou zijn om het te snappen. Voor mij is dat mijn zwager Niels. Elke keer als ik te snel ga en een stap oversla, zie ik zijn fronsende en vooral ook vragende gezicht naar me kijken. En dan doe ik braaf een stapje terug.

Tip 3: Neem een boekarchitect in de arm

Uitgeverijen waren enthousiast over het thema ‘pijn’, maar konden zich niet vinden in de vorm. Niet zo gek achteraf, want de vorm die ik tot twee keer toe had aangeboden waren braindumps. Maar ja, dat wist ik toen nog niet. Het advies was om een boekarchitect in te huren. Een wat? Vergelijk het met het bouwen van een huis. Een architect ontwerpt alles op papier. Waar de ramen komen voor het gewenste lichtinval. De indeling zodat je een logische looproute hebt. De materialen zodat het huis de sfeer ademt die je zoekt. Een boekarchitect doet hetzelfde, maar dan voor een boek. Met een boekarchitect maak je het ontwerp van je boek. Zodat het licht schijnt op de boodschap die je wilt vertellen. Zodat de lezer een logische route volgt. En zodat de sfeer van het boek de juiste is. En Eefje Gerits kan dat ‘spot on’. Ik kan haar aanraden als boekarchitect. Wanneer je bereid bent scherpe feedback te ontvangen op de inhoud en een kloppend frame te bouwen.

Tip 4: Zorg voor een hutje op de hei

Soms heb je tijdens het schrijfproces een ‘ei’ te leggen of moet je een hobbel over. Ik weet van mezelf dat ik dat kan. Sterker nog, ik hou van het verdwijnen in de inhoud en het vinden van dat ene puzzelstukje! Maar het lukt alleen als ik me kan terugtrekken. Als ik me kan afsluiten van alles met alleen het boek in mijn hoofd. Althans, dat wil ik op zo’n moment. Maar met drie jongens tussen de acht en veertien jaar en een man met een internationale baan is dat niet altijd mogelijk. Daarom heb ik een hutje op de hei nodig. Om even alle structuur los te laten en helemaal te kunnen verdwalen in de inhoud, want in de chaos floreert de genie. En zo kun je als auteur je boek echt goed maken. En het hoeft natuurlijk helemaal niet op de hei te zijn. Mijn ultieme verdwijn- en schrijfplek is in hartje Amsterdam bij een van mijn dierbaarste vriendinnen.

Tip 5: Zoek sympathieke en scherpe meelezers

Bij het zoeken naar meelezers had ik in eerste instantie twee criteria. Ten eerste zocht ik meelezers die in de doelgroep van het boek zouden vallen. In mijn geval: managers. Ten tweede zocht ik hele kritische meelezers met ervaring, omdat ik op basis van het meelezen en de feedback een verbeterslag wilde maken. En dan bedoel ik geen ervaring in het meelezen, maar wel door de wol geverfd in managementontwikkeling door andere managementboeken en training. Dit bracht mij tot een flinke long-list met mooie namen. En enorme buikpijn. Het idee dat ik mijn ‘kindje’ zou printen en opsturen… heel spannend! Het remde mij in het schrijfproces. Ik realiseerde me dat ik nog iets nodig had: support. Geen steun zonder een kritische noot, maar een basisgevoel dat mijn meelezers me hoe dan ook zouden ondersteunen. En dat graag zouden doen via opbouwende kritiek. Dus kijk eens wat jij zoekt in je meelezers. Ik zou gaan voor scherp en sympathiek.

Tip 6: Bewaak je kern en wees flexibel in de vorm

“Wie betaalt, bepaalt”, zei de uitgever tegen mij tijdens de kennismaking. Dat klonk stelliger dan het uitpakte in de praktijk. Alle besluiten werden afgestemd met mij en er viel altijd te kiezen tussen verschillende opties. Maar als we er niet uitkwamen, zou haar stem doorslaggevend zijn. Dat was wat ze bedoelde. En voor mij was dat prima, want ik heb verstand van pijnmanagement. Dus er kon niet getornd worden aan de boodschap, die bleef ik bewaken. Daarnaast heeft de uitgeverij veel meer verstand van marketing, slimme titels, aantrekkelijke vormgeving, leesbaarheid, etc. Flexibel zijn in de vorm maakt dat je andermans expertise kan toevoegen aan je boek. Hierdoor is het boek in wording nu al van een niveau dat ik in mijn eentje niet had kunnen bereiken. Ik raad het iedereen aan: bewaak uitsluitend je kern, de ziel van je verhaal. Wees flexibel voor alles wat daarbuiten valt: sta open voor andere geluiden en perspectieven.

Tip 7: Geniet van je eigen ontwikkeling in het proces – zo word je (een nog betere) expert!

Een laatste belangrijke les voor mij in het schrijven, was het zorgen voor consequentie en consistentie. In de boodschap, maar ook in de taal en het woordgebruik. Voor een creatieve geest als ik – die liever nieuwe dingen begint – is dat optimaliseren, dat doorleven en doorkauwen van dezelfde stof, echt een ‘lijdensweg’. Maar het is juist dit proces van optimaliseren, van zoeken naar de juiste woorden en die blijven gebruiken, wat het verschil maakt. Mijn boodschap werd er glashelder van. Het verhaal beter. En de toepassing scherper en effectiever. Niet alleen op papier, maar ook in mijn advieswerk en als spreker. Het – voor mijn gevoel eindeloos – doorleven en doorkauwen van de materie heeft mijn expertise op alle fronten vergroot.

‘Enjoy the ride’ dat is de tip die ik vooral zelf ter harte moet nemen. Want mijn boek over pijnmanagement ligt pas begin 2021 in de winkel. Dus ik zit midden in het schrijfproces. Er komen nog allerlei hobbels waar ik (gelukkig) nog geen weet van heb. Pijnpunten waar ik mee te ‘dealen’ heb. Redenen genoeg om toch nog even lekker te klagen en te mopperen.

Een reactie op “7 ervaringstips om minder te ‘lijden’ bij het schrijven van een managementboek

  1. Rob Fijlstra schreef:

    Mathilde gaat steeds beter schrijven – ook voor haar geldt: oefening baart kunst.
    Met alle tips kan ik het alleen maar van harte eens zijn. Zij zijn zo herkenbaar!
    Zeker wanneer je voor je gevoel veel te vertellen hebt is het gevaar groot, dat je dit gaat doen vanuit je eigen stokpaardjes en enthousiasme. Voor dat je het weet blijft de stoel van de lezer leeg.
    Een ervaren boekarchitect is dan onmisbaar. En Eefje Gerrits is haar gewicht zeker in goud waard, met een mooie mix van bemoediging en kritisch vermogen. Het vraagt wat veerkracht van de schrijver. Net als je denkt dat je klaar bent komt zij met een nieuwe verbetersuggestie, maar je publicatie wordt er elke keer oneindig veel beter! Ook de samenwerking met de uitgever is essentieel. Dat maakt het uitgeven van een boek tot echt teamwerk!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *