De schrijnende beelden van Oekraïners in oorlog en op de vlucht zetten Nederland aan tot actie. Giro555 haalde met ‘Samen in actie voor Oekraïne‘ meer dan 100 miljoen euro binnen voor noodhulp. Het initiatief van boeren Kees en Emmeke Huizinga (Stichting NTC De Leeuw Kyiv) leverde in enkele dagen 7 vrachtwagens vol spullen op. En een gezin met 3 kinderen die in Den Haag onderdak kreeg, ontving binnen 24 uur kleding en een volledige huisraad. Prachtig, ontroerend en indrukwekkend. Maar waarom komen we dit keer massaal in actie?
Omdat Oekraïners op ons lijken, is nu het meest gehoorde argument. Jitske Kramer noemt dit als de reden in haar interview voor Hart van Nederland. Onderzoek onderschrijft dat. Onbewust trekken we toe naar mensen die op ons lijken. Maar dat is niet de enige en alles verklarende reden. Er zijn meer redenen waarom we nu zo massaal in actie komen. Redenen die ik uiteen wil zetten. Niet omdat ze vrede gaan brengen in Oekraïne. Wel om te voorkomen dat we gaan geloven dat we alleen mensen willen helpen die op ons lijken. Dat lijkt me voor de algehele wereldvrede geen gunstige ontwikkeling.
Persoonlijk leed raakt ons meer en dieper
Een schrijnende foto van een gezin wandelend met alles wat ze kunnen dragen tussen de file van auto’s, een filmpje vanuit de schuilkelder, een reportage van overvolle treinen en perrons. Het raakt ons meer en dieper. Dit heeft te maken met onze menselijke natuur. Het zit in onze aard om makkelijker mee te leven met individueel leed, dan met het collectief. We komen makkelijker in actie voor een schrijnend verhaal van een individu, dan voor een hele groep. Sociale doelen kennen dit principe heel goed en maken daar gebruik van. Denk aan het Foster Parents Plan, waarbij je direct gekoppeld wordt aan een kind. En natuurlijk zeggen we mee te leven met het Oekraïense volk en dat willen we ook, maar we voelen echt mee bij de beelden van individuele mensen. Het is de persoonlijke pijn die ons ontroert en dus ook roert en in beweging zet. En die beelden komen al dagen massaal binnen.
Een massale stroom vanwege de overal aanwezige sociale media. Het zijn juist individuele beelden en verhalen die via alle kanalen binnenkomen. In principe zou dit ook voor andere conflicten en noodsituaties in de wereld moeten gelden. Aangenomen dat er daar ook goede internetdekking is. Echter, nu speelt ook mee dat Oekraïne dichtbij is. En dan bedoel ik niet dichtbij in kilometers. Daar kom ik nog wel op terug. Hoewel het wel meespeelt dat het in Europa is en daarmee dichtbij voelt. Het is dichtbij genoeg om er persoonlijk iemand te kennen. En als het niet zelf is, dan wel via vrienden, familie of een ander netwerk. Heel veel mensen hebben een directe of indirecte lijn met Oekraïne. Daardoor komt er veel persoonlijk leed op onze tijdlijnen. En dat maakt dat we het leed dieper en meer voelen. En we dus extra in beweging komen.
Onduidelijk leed slaat ons lam
In traumatijd, zoals we deze oorlog zeker kunnen noemen, hebben de mensen die de pijn en het leed voelen (waarmee ik het nu niet over de mensen heb die in de oorlog zitten) behoefte aan 2 dingen: duiden & doen. Het ‘doen’ resulteert in alle actie die we zien. Het ‘duiden’ is in deze Oekraïne-kwestie interessant. Duiden gaat om betekenis geven aan wat er gebeurt. Dat kan best een lastig proces zijn als we de situatie echt gaan bevragen. Want op de vraag ‘waarom is er oorlog?’ kan ik in ieder geval geen goed antwoord geven. Wat deze oorlog makkelijk maakt, is dat we een heldere ‘boosdoener’ hebben. Daarmee kunnen we de pijn makkelijker duiden: ‘Poetin is fout bezig, de mensen in Oekraïne zijn daar het slachtoffer van.’ Deze duiding geeft ons rust en richting. Rust, omdat we snappen waar onze pijn vandaan komt. Richting, omdat we weten wat we moeten doen: de slachtoffers helpen. En die helderheid hebben we bijvoorbeeld ook bij een tsunami of aardbeving, waarbij je dezelfde actiebereidheid ziet. Slachtoffers waar we ook recordbedragen voor ophaalden: 208 miljoen voor de tsunami in Azië en 111 miljoen na de aardbeving in Haïti. Maar we komen minder in actie bij een burgeroorlog, zoals in Syrië. Een duidelijke slechterik zet ons in beweging. Persoonlijk vind ik dat we nu de slachtoffers in Rusland ook niet moeten vergeten, want ook daar lijden nu veel mensen. Maar die nuance maakt de duiding gelijk veel lastiger. En slaat je eerder lam, want wie moet je dan gaan helpen?
Het is te dichtbij om weg te zappen
Als laatste reden voor onze massale hulp kom ik terug op 2 zaken: onze menselijke natuur en de nabijheid van Oekraïne. Het is namelijk maar 1600 km bij ons vandaan. Nog geen 2 dagen rijden en je staat aan de grens. Beetje afhankelijk van hoe hard je in Duitsland rijdt. Dat betekent niet alleen dat de oorlog dichtbij is en het dichterbij kan komen. Er is angst, het zou ook onze vijand kunnen worden. En ook is de impact voelbaar. Nu al in de energieprijs en de economie gaat er nog meer van merken. Deze nabijheid maakt ook dat we geloven in onze invloed: we kunnen iets doen! En dit geloof is cruciaal. Want wij mensen laten alleen leed toe in ons gevoel waarvan we het idee hebben dat we er iets aan kunnen doen. Het kunnen wegnemen of op zijn minst verzachten. Groot leed, dat ons oplossingsvermogen te boven gaat of waarvoor we geen verzachtende handelingen zien, laten we niet toe in onze beleving. We zappen weg en kijken daarmee weg. En komen dus al helemaal niet in actie.
Dat is nu dus echt anders. We zien kansen. Om naar de grens te rijden en een familie op te pikken en te huisvesten, zoals voormalig minister Joris Voorhoeve deed. Om spullen in te zamelen en een vrachtwagen te vullen, waarvan je zeker weet dat die Oekraïne gaat bereiken. Dus doordat we mogelijkheden zien, komen we in actie. En doordat er acties op gang komen, zien anderen (die nog even niet waren geactiveerd) ook weer kansen en komen die ook in actie. En zo ontstaat een sneeuwbaleffect dat maakt dat we nu zo massaal in actie zijn.
In actie komen door meer dan alleen ‘ons kent ons’
Het is dus meer dan alleen helpen, omdat we op elkaar lijken. Het is gedreven door het persoonlijke leed dat we via alle kanalen binnenkrijgen. Gestuurd door de duidelijke slechterik, zodat we zeker weten dat we de echte slachtoffers helpen. En het is zo dichtbij dat we ook kansen zien om te helpen en het leed te verzachten.
Geweldig, want alle hulp is en blijft ontzettend nodig! En tegelijkertijd is het een kans om ons bewust te worden van hoe we ons laten sturen door pijn, leed en slachtofferschap. Zodat we kunnen leren. Leren, zodat al het verlies en verdriet niet voor niets is geweest.